Keurboeken uit Limburg
(B)
Meer en Bolder - 1763
Bewerkt door Mathieu
Vandenbosch
Plaids generaux de part le Noble et Genereux Seigneur Jacques François baron
de Mean, seigneur temporel de Meer, Boler, etc., 1763.
Vochtgeding van Meer en Bolder.
Baronesse, die seer Eed(ele) ende Welgeborene Helena, Barbara, Louisse de Mean,
vrijdamme van Meer en Boler.
Vogtgeding van Meer ende Boler naar St.-Remijs.
- De Seer Eedelen ende welgeboren Jacques François (1), baron (2) de Mean,
vrijheer (3) van Meer ende Boler laat verbieden op een amende van thien
goutguldens dat geen vreimde beesten sullen mogen hoeden in sijne (4)
jurisdictie voorschreven tot prejuditie der gemeente.
- Wort verboden ter instantie als voor dat niemant sig sal presumeren
malcanderen eenig goet oft vrugten uijt te ackeren oft uijt te graaven met
de schup oft anderssints nieuwe reijnen te maken oft de reijnen te vullen,
op een amende als boven.
- Wort verboden dat niemant sig sal verstouten te schieten, hazen, konijnen,
velthoenders, duijven oft ander wilt, op een amende van 10 goutguldens, ende
ouders sullen gesogt worden voor hunne kinderen.
- Worden verboden alle ongeregte wegen en voetpaden in 't Hartgoedvelt, dat
niemant daar door met eenige beesten sal drijven, noch met karre, wagen,
ploeg oft ege varen oft sluijpen, op een amende van drij goutguldens.
- Wort verboden op een amende als voor dat niemant sal sluijpen, rijden oft
uijtculteren op uijtcomende vrugten, op amende als voor (5).
- Wort verboden aen alle drinckaers, tappers ende schinckers van naar acht
uren (6) niet meer te tappen, noch te schincken, op een amende van twintig
goutguldens, ende de gasten niet te drincken, noch in de herbergen te
blijven, op een amende van 10 goutguldens ieder reijse te verbeuren, zoowel
de gasten als den weert, die sijne gasten sal moeten aanbrengen, op pene van
voor hun gestraft te worden, alles volgens mandement van sijne doorlugtigste
Hoogheijt, Bisschop ende Prince van Luijck, daertoe gestatueert.
- Wort verboden dat niemant in dese jurisdictie sal sweeren, blasphemeren,
de H.H. Sacramenten onnuttelijck noemen, noch savonts oft s'nagts agter
straaten joegelen (7), coucouc roepen en etc. op een amende van drij
goutguldens.
- Wort verboden dat de scheepers van Meer en Boler met den avont in 't velt
sullen blijven en geene schapen sullen uijtsetten dan eenjeder op sijn
eijgen oft op sijn meesters goet, op peene van confiscatie der schapen, die
sij sullen uijtsetten, en op een amende van drij goutguldens, wordende een
jegelijck geauthoriseert hierop te letten en aen te brengen.
- Wort geboden aen een jegelijck reijnende aan de watersouw oft andere
watervloten, dat se deselve sullen repareren schoonmaken, henne behoorlijcke
breedte en diepte geven, opdat het water sijnen cours hebben, volgens
ordonnantie van Sijne Hoogheijd.
- Wort verboden op een amende van 10 goutguldens dat geen jonge dogters
metter nagt sullen in de herberge gaan oft blijven, en de ouders en meesters
sullen voor hunne dogters en maagden gesogt worden.
- Om de quade inconvenienten te beletten, die geschieden in materie van
metinge, zoo wort aan jedereen verboden te meten sonder permissie van den
Eed. Heer Baron voorschreven, tenzij judicielijck, en die meten wilt (8),
sal voor eerst thoonen goet bescheijt ende de minmatige landerijen, door
dewelcke hij met de gevondene meermate sal willen passeren, sal hij moeten
vullen: ende in welckers lant te veel sal bevonden zijn, die sal vervallen
wesen in een amende van eenen goutgulden voor elcke cleijn, die hij sal te
veel hebben. Alles volgens oudt gebruijck ende costuijme van de oude
voorgaande tijden.
- Wort verboden dat niemant het Heijlige Huijsken sal toucheren, op een
amende van drij goutguldens, ende ouders sullen voor hunne kinderen
aengesproken worden, sonder eenige regtsvoorderinge.
- (9) Wort verboden aan alle ingeseetene jongmans ende jonge dochters
deser heerlijckheijt buijten houwelijck vleeschelijck te sondigen en
onwettige kinderen voorts te brengen, op een amende van thien goudtguldens,
t'exigeren sonder eenige formaliteijt van regt met prompte en parate
executie (10).
- Wordt verboden aan alle herbergiers op sondagen oft Heijlige dagen onder
godts dienst te tappen en te schincken op een amende van drij goutguldens,
volgens ordonnantie van Sijne Hoogheijt, te betalen soowel de drinckers als
den weert.
- Wort verboden dat niemant in dese Heerlijckheijt sal ophouden vremde oft
onbekende persoonen, noch aen deselve eenig huijs verhueren sonder permissie
van den Eed(elen) Heer Baron en consent der gemeente, op een amende volgens
mandaat van den 20 Maart 1734.
- Wort noch verboden aen alle herbergiers en aen alle andere ondersaten
geene vagebonden te logeren, die geene goede attestatie hebben, volgens
mandement gegeven in den Geheijm Raade van Sijne Doorlugtigste Hoogheijt,
den 10 april 1723.
- Wort verboden involgens princelijcke mandementen dat niemant, van wat
conditie oft qualiteijt het zij, sal schapen, noch duijven houden, sonder te
hebben de versogde bonderen, op alsulcke amende als de wette inhouden
(Lants).
- Wort verboden dat niemant op jemants anders gront sal appelen, peren,
nooten, houdt, etc. halen met ten dag, op een amende van eenen goudt gulden,
en metter nacht op peene van arbitraire straff, sullende de ouders voor
hunnen kinderen aangesproocken worden en wort belast aan den bode hierop te
letten en rapport te doen.
- Den Eed(elen) Heer voorschreven laat oock verbieden dat geene geijten
in't velt sullen comen oft ievers agter dorp loopen, op een amende, die sal
bevonden worden, van drij goudtguldens.
- Wort verboden op een amende van 3 goudtguldens dat niemants beesten
sullen in 't Hartgoetvelt comen.
- Wort belast ende geboden op een amende van 3 goutguldens, involgens
mandement van Sijne Hoogheijt, dat een jeder sijne honden sal aandoen in den
hals eenen caniff, onderhalven voet lanck, ende dat se daarsonder niet
meugen agter dorp loopen, noch oock niet in het velt comen met den canif,
zooals oock de scheepershonden, dewelcke sullen moeten geleijt worden, opdat
de vruchten en het wilt door deselve niet beschadigt en wort.
- Wort verboden op een amende van 10 goutguldens dat niemant sal messen
dragen met punten, sackpistolen oft ander verborgen geweer, en degeene die
deselve sullen trecken, sullen gestraft worden zoo hoog als de princelijcke
mandaten van 18 jan(uarij) 1725 en van den 23 junij 1666 ende van den 11
decembre 1692 en 20 augusti 1712 inhouden.
- Wort verboden involgens reglement van Sijne Hoogheijt, gegeven den 3
januarij 1729 dat geene ingeseetene deser jurisdictie op den dagh van
begravenisse oft uijtvaart van afgestorvene menschen sullen maeltijt geven
aen eenige vrinden oft maegden, zoo binnen als buijtens dorp woonende, op
een amende van 20 goutguldens te verbeuren, zoowel door de maeltijt gevers
als door de gasten, die sullen bevonden worden ten sterfhuijse gegeten te
hebben. De ouders sullen nogtans henne kinderen en susters en broeders,
henne andere susters en broeders buijtens dorp woonende die dagen meugen
eeten geven. Naar Paschen worden de volgende bijgevoegt
- Wort verbooden dat geene reijperssen eenig goet sullen uijtreijpen op
amende 3 goutguldens, noch oock niet te reijpen dan een jeder op sijn eijgen
goet, op een amende oft boete van drij goutguldens (11) oft boete van 21
st(uijve)rs.
- De gementenaeren van Meer en Boler sullen gehalden weesen hunne verckens
te laaten hoeden door der gemeijnen herder, op een amende van 3 goutguldens.
- Worden verboden alle grashooven deser heerlijckheit, principalijck de
grashooven van den Eed(elen) Heer Baron, dat niemant bij dagh offt nagt
deselve sal gaen, op amende van 3 goutguldens, en de ouders sullen voor
hunne kinders gesogt worden.
- Gebieden aan alle ende een jeder van onse inwoonders van inwendig 14
daghen naar dese publicatie te geven alle wegen tegens hunne erven oft
goederen onder dese jurisdictie henne behoorlijcke breede, uijtsmijtende en
afcappende alle heggen, boomen en tacken, die de passage eenigsints cunnen
hinderen, steenen te vaeren ende de straaten en wegen te applaneren, op een
amende van drij goutguldens volgens princelijck mandement van den 22 april
1723.
- Niemant en sal oock duijven meugen houden sonder te hebben sijne
behoorlijcke bonders lant, op amende soo hoogh als de wetten en ordonnantien
draegen (12).
(1) naam doorghaald en vervangen door Helena, Barbara, Elisabeth,
Louisse.
(2) baron verlengd tot baronesse.
(3) vrijheer, vervangen door vrijdame door de doorhaling van
heer.
(4) sijne, doorgehaald en vervangen door haere.
(5) op amende als voor, doorgehaald.
(6) daar werd bijgevoegd op f° 3: in den winter en naar negen in den
somer.
(7) joegelen, doorgehaald.
(8) wilt, doorgehaald.
(9) art. 13 werd met een kruis doorgehaald.
(10) met prompte en parate executie, afzonderlijk doorgehaald.
(11) van drij goudtguldens, doorgehaald.
(12) artikel 28 door middel van een kruis doorgehaald.
Bron: Rijksarchief Hasselt, Schepenbank Valmeer, Oorkonde 1763.
Met toestemming van de bewerker voor het internet geschikt gemaakt door Herman de Wit, 2002